Zonder grip op het oneindige

 


Zonder grip op het oneindige


Zonder grip,

Overal,
Alsof je ver in het universum leeft,
Geen bodem,
Weg vastigheid.

In alle richtingen ga je,
Waar sterren en planeten
Aan je trekken in hun baan.
Zonder zicht,
Verdwenen,
Of nooit gekend.

Je eigen weg,
De cycli van je eigen route,
De vrijheid die je probeert te ontdekken—
Of die er wel zal zijn.
Of slechts de hogere machten,
Nimmer te begrijpen.

Waarin het kleine moment van zijn
Zich slechts voordoet alsof je een speelbal bent van het toeval,
Het lot?

Maar wat als het lot slechts een windvlaag is,
Een richting die slechts lijkt te bestaan,
Omdat jij je eraan overgeeft?
Wat als jij zelf de storm bent,
De baan van de planeten verandert,
De koers van de sterren herschrijft?

Een universum zonder grenzen

Als een komeet zonder koers,
Zwevend tussen melkwegen van mogelijkheden,
Gedreven door krachten die je niet begrijpt,
Verleid door de echo’s van onbekende stemmen.

Je reikt naar lichtpuntjes in de verte,
Vervormd door de kromming van de tijd.
Zijn het herinneringen?
Of slechts reflecties van wat je ooit dacht te zijn?

De leegte omarmt je,
Maar is de leegte werkelijk leeg?
Of is zij gevuld met het onzichtbare,
Met beloftes die wachten om ontdekt te worden,
Met dromen die slechts vorm krijgen
In het brein van een reiziger?

Jij bent die reiziger,
Zonder land, zonder naam,
Een vonk in de eeuwigheid,
Een beweging in het ritme van de kosmos.

Er is geen terugweg,
Geen begin en geen einde,
Alleen de voortdurende stroom
Van worden en vergaan,
Van verzet en overgave.

Waar tijd oplost

Wat als tijd geen ketenen kent?
Wat als het verleden slechts een vage schim is,
En de toekomst een spel van mogelijkheden,
Dansend als zonlicht op het oppervlak van een verre planeet?

Elke stap die je zet,
Elke ademhaling,
Is een wisselwerking tussen het onbekende en je verlangen.
Tussen angst en ontdekking,
Tussen twijfel en acceptatie.

Het heelal ademt met je mee,
Fluistert in de taal van sterrenstof,
Herinnert je eraan:
Jij bent niet verloren.
Je zweeft niet doelloos.
Je bént de beweging,
De resonantie,
De kracht die het onmetelijke weefsel van het bestaan beroert.

En in het oneindige

Ken geen schaamte op deze weg,
Ken geen falen in dit zien.
Het zijn juist de eerste stappen van wording—

Je bent geen druppel in de oceaan,
Je bent de oceaan zelf,
Golvend door dimensies,
Wevend patronen in de ruimte,
De spiegel van iets groters dan jezelf.

De wetten van het oude breken,
Nieuwe sterren geboren in de vlammen van je groei.
Je bent niet alleen,
Want in de verte wacht een stem,
Een echo van alles wat je ooit was,
En alles wat je ooit zult worden.

De onsterfelijkheid van onze ziel.








Reacties

Een reactie posten

Een reactie zou mooi zijn...

Populaire posts van deze blog

Het vuur van ons bestaan

Art Karel Fehr

Thuis