Het Suizen van het Leven

 


Het Suizen van het Leven

Een oorverdovend suizen
haalt mij uit al mijn overpeinzingen van de dag.
Met een ontwakende schreeuw
die ogen op mij doet neerdalen.
En net zoveel glimlachen
die niet langer verborgen worden gehouden,
maar gewoon naar mij worden gegooid —
bikkelharde stenen die aankomen.
Een emotioneel geweld.


Terwijl mijn stilstand tot een einde komt
en ik weer harder vooruit ga,
en het joker moment wil beƫindigen,
is het toch nog het suizen
dat mij niet los wil laten.


En zo, alleen,
verstopt voor elke voorbijganger,
ga ik zitten langs het water.
Alsof, ondanks het geweld zo diep in mij,
de pracht om mij heen
mij weer een beetje doet glimlachen.


Het is niet meer het wilde gekras overal
wat mij ten gehore valt,
maar juist het herkennen van wat nu als woorden komt,
doet mij pas echt even schrikken.


Hoe lang geleden is dit nu
tot de wereld gekomen?
Een diepzinnig geluid
van een huilend kind
dat de wereld laat weten dat hij er is.


Als het geluid zo intens beelden gaat weven,
en ik het herken als een afdruk in mijn hart,
zie ik weer mezelf
als een pasgeborene,
wiens eerste, net gesponnen treden in de wereld
al direct een heftige klim moesten maken,
met ook overal de bijkomende dalen.


Het oorverdovende geluid van het suizen
wordt een steeds meer herkenbare overvloed aan klanken:
van de eerste tranen,
en ook de eerste lach.
Voor het eerst een overwinning meemaken —
en natuurlijk ook het verlies.


Ver weg van mijn eigen hart,
maar even vaak ook zo dichtbij.
En de klanken worden langzaam
een levenslied,
verweven met gezichten van toen,
die er nu niet meer zijn in mijn leven,
in de verte reeds een andere route hebben genomen.


Emoties worden heftiger
bij het zien van wat er nu nog steeds is:
waar levenspaden naast elkaar
nog hun route volgen.


Ik weet het wel.
Het leven is eeuwig;
dit bestaan is maar een tijdelijke halte.
Het besef is er:
want stof vergaat,
maar onze energieke vorm
zal er voor altijd zijn —
gesponnen in een oneindige transformatie
van het zijn.


Ik herinner het me weer:
het dualisme van materie en geest.
Het bereiken van de derde weg.
En in het klein is er ook weer
de liefde die er is
voor zovelen in dit leven,
zoals in elk ander dat is geweest
en nog zal worden geweven
op de paden die we nu nog niet zien.


Ik begrijp ook de diepere band:
meer zijn dan de naam
die ons nu geschonken is —
anders tot elkaar zijn
dan alleen een kind,
een ouder,
een broer of zus,
of wat dan ook.


En juist met dit weten,
dat danst met zoveel emoties,
het opstaan in een hoger besef,
komen er ook nog tranen.
Een intens verdriet.


Want ik ken de route,
de herkomst van toen
en de weg naar morgen
die we allemaal begaan.
Maar als ik nu in mijn leven kijk —
van de baby, zo lang geleden,
tot nu een steeds ouder wordende man —
wil ik het moment nog niet verliezen.


Het kind willen blijven,
en voor altijd
de echtgenoot van de liefde van mijn leven.
Een vader, krachtig en levend,
als een soort van superheld getekend,
en later tot een liefdevol mens herkend.


Loslaten is de grootste stap
om verder te kunnen komen
in juist het hoger weten.
Maar voor nu,
nog even niet.
Moet het genieten
van het korte moment
niet worden vergeten.


En als ik weer uit het overpeinzen kom,
zie ik dat naast mij
een vogel vrolijk naar me kijkt.
Komt er, na het intense verdriet,
toch weer een glimlach —
nog wel heel klein.


Ga ik verder
met deze nog korte route in het bestaan,
om er gewoon te mogen zijn.
Te genieten van juist dat ene moment,
dat als een kleine ster
het mooist schittert,
hoog in de kosmos,
als ik zo naar boven staar,
terwijl ik mijn reis vervolg.

-W.O.L.- 










Reacties

Populaire posts van deze blog

Het vuur van ons bestaan

Thuis

De Stilte van Herinneringen