De ongeziene diepte


De ongeziene diepte


Tussen twee ademhalingen in opende zich een nieuw zicht.
Werd zonder denken weggerukt door een bijna wrede hand.
Met het weglaten van elke zachtzinnigheid gebeurde het gewoon,
En niet naar hoogtes voortgeduwd, zo weggerukt uit mijn bestaan,
Maar ook niet met een vuistslag die mij diep in de grond duwde, de duisternis in.
Tot ik in een kalmte netjes mezelf weer kon terugvinden, loslatend uit deze korte reis,
Alsof ik in een oogwenk de snelste achtbaan ter wereld betrad,
En nu wankelend de eerste stappen weer zelf ga lopen, zo aan het einde van de rit.

En even, als een vreemde in een nog tollende wereld, probeer ik mijn evenwicht opnieuw te vinden.
Is het de stilte die alles overstijgt in dit nieuwe moment?
Het geluid en de chaos van het dagelijks bestaan sterven langzaam af.
Met de laatste echo’s van het kabaal wegstervend,
Is het niet een leegte die mij doet verdwijnen in een zogenaamd niets.

Zoveel meer overspoelt mijn hart, vanuit de diepte van mijn eigen ziel.
Alles altijd al geweten, maar nooit gekend of kunnen zien,
Als een onderdrukt gevoel, gevangen door de spinsels van de dag.
Als zogenaamde verplichtingen – behalve het luisteren naar het eigen hart.
Is het een intense liefde die mij plots zoveel wil geven.

Niet een licht en een vrede, omringd door een intense rust,
Noch een duisternis uit een diep verleden die zich wil losrukken.
Het is een samenhang tussen schijnbaar zoveel uitersten.
Altijd slechts één van beide kunnen ervaren, binnen zelfgekozen grenzen.
Komt nu alles weer tezamen en vormt een nieuw land, diep in mijn ziel,
Waar ik, als een ontdekkingsreiziger, moet huilen om de pracht die ik weer heb herontdekt.

Is het een intens geluk dat ik nu weer leer kennen,
Als iets wat in mijzelf altijd al aanwezig was.
Zoveel meer dan ik schrijven kan,
Nimmer te vangen in een gedicht,
Of te kleuren in een kunstwerk van het leven,
Met voor mij nu alleen nog bleke tinten.

Als ik het vergelijk met wat mij wil overspoelen,
Is het moment zo klein en intens.
Weggerukt uit de sterfte van de dag,
Die als een donkere mantel van eindigheid
Ons de grootste illusies wilde geven –
Als een drug om maar niet te voelen.

Terwijl juist het voelen van de angst
Een moment kan zijn om de liefde te begrijpen.

En in dit voor mij zichtbaar kleine moment kan ik kiezen:
De veiligheid van de chaos van het dagelijks leven,
Of in stilte jezelf ontmoeten en de orkaan loslaten,
Die alle ketens zal wegvagen om juist ruimte te maken voor zoveel meer.

Wat in je eigen ziel altijd verborgen lag,
Moet je zelf de kleuren geven, met een eerste stap.
Nog kijkend naar achteren, naar het zogenaamd echte leven,
Stemt mijn diepste zelf toe met het weer herkennen van mezelf,
In de storm die mij wil overspoelen.

En ik ga mee –
Maar nu met een intense kracht,
Van weer het zelf kunnen weten:
Een eigen levensreis die eindelijk,
Voor het eerst, echt begint.







Reacties

Een reactie posten

Een reactie zou mooi zijn...

Populaire posts van deze blog

Het vuur van ons bestaan

Thuis

De Stilte van Herinneringen