Zo aan het strand....

Fotografie, mijn hobby, toont de grenzen van het kijken doordat je even stil staat voor het kleine moment dicht bij je. Wat je normaal te snel voorbij loopt. Laatst was ik in Ter Heije en hoe fotografie voeding kan zijn voor gedichten. Ik toon hier een aantal die ik geschreven heb.



Verborgen bloem in het zand zo alleen, ik zag je schoonheid ontwaken voor mijn oog. Een hemels geschenk wat eenvoud als onschatbare waarde kan tonen.



Plots
Een golfslag verbrak de stilte,
en met het geraas van de wind kwam je aan land,
meenemend verborgen schatten, oneindig gedragen door het opkomen van de golven.
Het pure gevecht van de natuur om niet vergeten te worden.
Schaduwen lopen je voorbij, tot er één stopt—
vasthoudend als een schat uit de diepte.
Oh, vertel me je verhaal,
met de echo van de wind.



Een zicht tot in de oneindige verte,
Zoekend naar de horizon die zich niet laat zien.
Ik draag een landschap van eentonigheid,
Dieper naar beneden, met steeds lastiger, steile treden,
Die het opklimmen naar omhoog steeds zwaarder maken.

In paniek door het twijfelend turen,
Met verkrampte vragen: waar komt toch die zon op,
Brenger van het nieuwe licht van een morgen?
Verblind door onze eigen echo
Kunnen we de pracht niet zien die ons eigenlijk omringt.

Niet een leegte — dat is de illusie,
Omdat we het niet hebben leren zien.
De pracht van al die stenen,
Uitgedrukt in zoveel vormen.
Verhalen in kleuren en geuren,
De pracht van het echte verhaal,
In het zand van het bestaan dat ons al die tijd omringt.

Wachtend op ons diepste besef,
Zo dichtbij.



Verbrande resten, bijna verwaaid,
voeden ons denken:
hoe een vuur oplaaide met de wind,
een lichtpunt bracht in de duisternis,
waar schaduwen ontwaakten
en verhalen vertelden tijdens een drankmoment —
een feest van het ogenblik.

Plezier, laat in de nacht,
liet even onsterfelijkheid ontstaan,
waar de zorgen van de dag
met de rook omhoog verdwenen,
vergeten in het gelach van een dronkenman.

Zodat tranen even niet hoefden te vloeien,
op de paden van onze route,
langs keuzes die alleen wij zelf maken,
dag in dag uit,
terwijl we blijven wijzen naar anderen —
iedereen behalve ons eigen hart.

En met het opkomen van de ochtend
en het verdwijnen van de lach,
verdwijnen langzaam
de laatste stofdeeltjes van het dovende vuur,
bedekt onder de mantel
van oneindig zand.

We dwalen opnieuw
in onze eigen keuzes,
terwijl we blijven wijzen naar de verte —
maar nooit naar ons eigen hart.



En het moment is daar.
Mijn vlucht in een geborgen vrijheid.
Onbekende hoogtes tonen mij de wereld van boven,
hoe klein alles is — en hoe alles met elkaar verbonden lijkt.
Onder bescherming vond ik de kracht in mijzelf.
Ik stijg verder, het onbekende tegemoet.
Een reis die ik zelf kleur geef,
langs wegen die nog niet zijn gegaan.
En over land en zee is er altijd die veilige haven,
voor als het ooit nodig zal zijn.
Omdat liefde verandert,
maar nooit haar weg verliest.


Zomerse Dag

Even alleen —
mijn benen bungelen in de lucht,
voeten die speels de grond niet kunnen raken.
Langzaam bewegen ze heen en weer,
het is de wind die mij zachtjes doet wiegen.

De oude schommel,
waarin ik dromend dommel
met slechts een tevreden blik in de verte.
De oneindige zee golft door mijn dagdromen,
grenzeloos, als de tijd die verstreek.

Het wilde vuur is getemd,
in mij groeit een vrede, diep en stil.
Rimpels komen, steeds meer,
en de grijze lokken schitteren in de zon.

Is het de dood die nog even wacht —
tot ik eindelijk echt leef,
zo plots,
op een mooie,
zomerse dag.




Een behouden vaart
Op deze laatste tocht,  
En als de boot is uitgevaren,  
De eerste golven je vergezellen,  
Als levenslustig kabbelend water,  
Zo zijn er de eerste echte grote golven,  
En de meeuwen hoog in de lucht,  
Die in volle glorie een laatste levenslied zullen zingen,  
Terwijl de mensen aan de kant steeds kleiner worden,  
Met voelbaar nog het verdriet,  
Gaat de tocht verder,  
Als een onontkoombaar lot,  
En voor het laatst klinkt overal heel zachtjes door:  
Een goede reis.


Als vogel zweef ik hoog en vrij,  
waar zon en wind mijn vleugels leidt.  
Met warme dagen komt de keus,  
thee of ijs? Ach, wat een leus!  

Ze zeggen thee, een wijze raad,  
maar hitte raakt wie ongezond gaat.  
Voor wie het leven sterk omhelst,  
is ijs een vreugd die zich vaststelt.  

Toch geen advies dat iedereen past,  
ieder is uniek, geen vastomlijnd pad.  
Maar liefde en respect, altijd oprecht,  
maakt staking, strijd—niet meer echt.  

Want haat verspreidt als storm in lucht,  
we vechten vaak zonder echte zucht.  
Laat ons samen kiezen, massaal en groot,  
tegen haat, en niet tegen een troost.  

Dus kijk steeds in je eigen hart,  
durf jezelf te zien, zonder smart.  
In spiegelglans blijf jij bestaan,  
jouw ziel, jouw liefde, zal altijd gaan.  


(Complete fotografie op mijn YouTube)

Bedankt voor het lezen, en volg mij op Youtube.
  












Reacties

Een reactie posten

Een reactie zou mooi zijn...

Populaire posts van deze blog

Het vuur van ons bestaan

Thuis

De Stilte van Herinneringen