De dag erna: wanneer de bruggen blijven lopen
De dag erna: wanneer de bruggen blijven lopen
De ochtend na de loop voelt anders. Mijn benen weten nog precies wat ze hebben gedaan, ook al sta ik stil. Terwijl de stad langzaam ontwaakt, kijk ik met nieuwe ogen naar Rotterdam. De bruggen liggen er weer zoals altijd: massief, zwijgend, onverstoorbaar. En toch zijn ze veranderd — of misschien ben ik dat zelf.
Gisteren was alles beweging. Staal onder mijn voeten, wind langs mijn wangen, het ritme van adem en hartslag dat samenviel met de stad. Elke brug was een moment op zich: omhoog vechten, even zweven, dan weer afdalen, meegenomen door de vaart. Het was niet alleen een route, het was een gesprek met Rotterdam. De Maas keek toe, de skyline liep mee.
Nu, een dag later, is het stiller. De spanning is uit mijn schouders gezakt, de haast uit mijn hoofd. Maar precies in die rust komt de beleving terug. Niet als vermoeidheid, maar als een zachte echo. Ik voel weer hoe het was om boven het water te lopen, hoe de stad me droeg zonder iets terug te vragen.
Wat me het meest bijblijft, is niet de afstand of het tempo. Het is het gevoel van overzicht, hoog boven alles, en tegelijk volledig onderdeel van het geheel. Die paar seconden op elke brug waarin alles klopte: lichaam, adem, omgeving. Alsof de stad even zei: ga maar, ik heb je.
Vandaag loop ik niet. Vandaag kijk ik. En terwijl ik over de kade wandel of uit het raam staar, weet ik één ding zeker: sommige runs eindigen niet bij de finish. Ze blijven hangen, in je lijf, in je hoofd — en in de bruggen die je voortaan altijd net iets anders zult zien.


Reacties
Een reactie posten
Een reactie zou mooi zijn...